Wer Dank opfert, der preiset mich BWV 17 J.S. Bach

Koor: Michaelscantorij

Orkest: Musica Michaelis

Solisten: Paulien van der Werff-sopraan, Petra Lubbinge-alt, Jean-Léon Klostermann-tenor, Huub Vosmeijer-bas

o.l.v. Toon Hagen

Johann Sebastian Bach schreef de cantate in 1726 voor de veertiende zondag na Trinitatis die, net als dit jaar, op 22 september viel. De evangelielezing van die zondag is Lucas 17: 11-19, de genezing van de tien melaatsen door Jezus. Éen van hen, een Samaritaan, keert vervolgens terug om God eer te bewijzen. De cantate zingt dan ook van dankbaarheid over Gods weldaden.

Na een instrumentale inleiding volgt in het openingsdeel een koorfuga over de tekst van Psalm 50: 23. De teksten van een aantal recitatieven en aria’s zijn van de hand van Hertog Ernst Ludwig I van Sachsen-Meiningen. Het derde couplet van het bekende lied ‘Nun lob, mein Seel, den Herren’ rondt de cantate af.